Havenbedrijf Antwerpen

a-tract architecture werd winnaar van de wedstrijd voor het ontwerp, het bouwen en het onderhouden van de nieuwe huisvesting van Havenbedrijf Antwerpen, samen met Cordeel Group en met tractebel-engie. Deze Design-Build-Maintain-overeenkomst kwam tot stand na een langlopende procedure waarin vijf mededingers met elkaar in concurrentie gingen; na de toewijzing aan ons team, kreeg a-tract architecture slechts twintig werkdagen om de vergunningsaanvraag in te dienen; de uitdaging werd met succes behaald.

De site is gelegen tussen de spoorlijn en het Kanaaldok, in een ruimere omgeving die gekenmerkt wordt door industriële activiteiten en bijhorende gebouwen. De site is een uitgestrekt, vlak terrein, met slechts een paar zichtbare kenmerkende elementen: aan de noordzijde bevindt zich een windturbine;

aan de zuidzijde is er de ophaalbare Lillobrug (stalen vakwerken). Vooral mobiele elementen, zoals gestapelde containers, schepen, walkranen, drijvende kranen,… zijn beeldbepalend. Niet in het minst zullen de drijvende droogdokken wel zéér sterk hun stempel drukken op de visuele perceptie van het geheel.

Eerder dan de visueel zichtbare elementen zijn een aantal visueel onzichtbare elementen bepalend voor de inplanting van de diverse nieuwe gebouwen:

de bouwvrije zones aan weerszijden van de Tijsmanstunnel, van de Liefkenshoekspoortunnel, van de kaaimuren, van ondergrondse chemische leidingen; de bouwvrije zone rondom de windturbine,…

Het terrein zal qua functionaliteit in drie clusters verdeeld worden.

  • “cluster scheepswerf”:
    nieuwbouw van werkplaatsen, hoofdkantoor, overdekte opslag, voorbehandelingsruimtes, waterzuiveringsinstallaties plaatsing van drijvende droogdokken
  • “nautische cluster”:
    nieuwbouw van satellietgebouw, opslag meertouwen, milieuloods
  • “cluster “scheepvaartpolitie (deze cluster zal worden ontworpen door lava architecten)

De inplanting en de vormgeving van de gebouwen volgt in hoofdzaak een industrieel-functionele logica. Zowel qua schaalgrootte (oppervlakte en hoogte) als qua aard (overdekt >< niet overdekt) verschillen deze gebouwen zéér. De grote verscheidenheid een nochtans éénduidige, leesbare ruimtelijke vertaling geven, is één van de uitgangspunten bij het ontwerp.

Daarom wordt gekozen voor eenvoud in zowel vormentaal als materiaalkeuze: deze eenvoud laat toe dat beide ontwerptools over al de verschillende gebouwen kan toegepast worden. Hierdoor wordt een te gefragmenteerd beeld vermeden; er ontstaat een onmiddellijk leesbaar beeld en een samenhang tussen de verschillende gebouwen.

Aan de laad- en loszone van het magazijn wordt een “manoeuvreerplein”, gecreëerd, omgeven door 3 gevelwanden. Dit “manoeuvreerplein” vormt de centrale inkomzone en manoeuvreerzone van al het toekomend en vertrekkend vrachtverkeer, van al het toekomend en vertrekkend personenverkeer, van trafiek van en naar de voorbehandelingszone. Het is de spelverdeler die op een veilige manier alle verkeer afwikkelt.

In een constant veranderende omgeving is een statisch opgevatte constructie gedoemd om achterhaald te zijn. Enkel een hyperflexibel opgevat concept kan future-proofed zijn. Wat vandaag werkplaats is, moet morgen magazijn kunnen zijn en overmorgen een hangar; functies moeten kunnen bijgevoegd worden en geschrapt; een gebouw moet de verandering van organisatie kunnen volgen. Het voorliggende project is op vele vlakken flexibel; door uitbreidbaarheid, door inbreidbaarheid, door de grote overspanningen. Het voorliggende ontwerp draagt al in zich de mogelijke latere opsplitsbaarheid.

Een flow zonder haperingen garandeert een efficiënt verloop van het proces. Een voorafgaande analyse leidde tot een optimalisatie van het procesverloop en –eraan gekoppeld- het voorliggend ontwerp.

Voor de kantooromgevingen wordt gewerkt volgens het door het Havenbedrijf gehanteerde ‘Overstag’-principe, een activity-based inrichting.

Program

industrial buildings and offices

Location

Antwerpen, Belgium

Client

Port of Antwerp

Phase

DBM – Competition – Built – 2016