De Nekker

Werkplaatsen van de brandweerzone Rivierenland en de uitvoeringsdiensten van de stad Mechelen.

De immens grote ruimtelijke aanwezigheid van de bestaande Nekkerhal, verdraagt naast zich geen gefragmenteerde volumes. De ene, grote, eenvoudige beweging die de bestaande Nekkerhal maakt, vraagt een gelijkaardige, grote, eenvoudige tegenbeweging. De door ons voorgestelde tegenbeweging is een ruitvormig volume waarvan het dak in één zelfde helling naar boven oploopt.

We creëren twee grote pleinen: een oefenplein voor de brandweer en het manoeuvre-plein van de uitvoeringsdiensten; de grote pleinen staan in balans met een kleine footprint van de gebouwen zélf, en dit door het over elkaar heen te leggen van zo veel mogelijk bouwlagen: zo wordt het lichthellend dak een volwaardige bouwlaag door het te gebruiken als parkeerdak voor het volledige personeel van de uitvoeringsdiensten; zo worden in dubbelhoge ruimtes op welgekozen plaatsen duplexen voorzien.

Het gebouwd volume, een ruitvormig volume waarvan het dak in één zelfde helling naar boven oploopt, kent geen voor- of achtergevel, maar een binnen- en buitenkant, met acht gelijkwaardige gevels; de vier binnengevels rondom het binnenplein voor de brandweer kennen een afwerking in glad bekist beton: stootvast, waterbestendig; de twee buitengevels naar het manoeuvreerplein voor de uitvoeringsdiensten kennen een afwerking in kruiselings verlijmd massief hout: stootvast, tegen regen beschermd door de overstekende luifels;.

De hoge, volledig beglaasde inkom, op de scherpe punt van de ruit, is voor het hele gebouw de “spelverdeler” van de verschillende stromen bezoekers en gebruikers:

Een aantal lokalen krijgen een bijzondere locatie: De seinkamer ligt strategisch op de kruising van X-as, Y,as en Z-as: Ze ligt deels binnen, deels buiten, op een split-level-niveau, waardoor zowel een zicht naar buiten als naar binnen wordt geschapen, waardoor zowel een visuele als fysische directe link wordt geschapen met zowel de onderliggende post-adjudanten als met de bovenliggende zone-officieren.

Het magazijn ligt strategisch naast de inkom, zodat de Mechelaar er aan de “burger-balie” de eerstelijns-hulp (vuilzakken,..) krijgt; het magazijn ligt tegelijk naast de in- en uitgang van de vracht- en bestelwagens, zodat de gemeente-arbeider er aan de “arbeiders-balie” zijn ontbrekend materieel kan ophalen; Beiden worden bediend door één en dezelfde magazijnier-baliemedewerker.

Duurzaamheid begint met flexibiliteit:

  • Flexibiliteit door de “drager-inbouw” gedachte: een langlevende “drager” -een betonnen skelet van kolommen, balken en vloerplaten wordt ingevuld met lichte scheidingswanden als “inbouw”, waardoor het gebouw klaar is voor steeds wisselende functies, organisatievormen, werk-concepten, en hierdoor een tweede leven kan krijgen. De flexibiliteit is zo hoog mogelijk door de grote overspanningen.
  • Flexibiliteit door inbreidbaarheid: een aantal ruimtes in de noordvleugel met grote vrije hoogte, zijn nu al ingevuld met deels duplexen; er is nog ruimte om hier bijkomende duplexen te voorzien.
  • Flexibiliteit door uitbreidbaarheid: boven het platte dak aan de zuidvleugel van de ruitvorm, kan een uitbreiding voorzien worden met twee extra bouwlagen voor bv. kantooroppervlakte, en dit zonder grote structurele ingrepen.

Duurzaamheid en materialen zijn niet los te koppelen: het belangrijkste gereedschap waarmee we in dit project werken is “dematerialisatie”: het meest “groene” materiaal is het materiaal dat je niet nodig hebt (in analogie met: “de meest groene energie is de energie die je niet verbruikt”);

Een energieverhaal heeft een proloog: een logische schikking van ruimtes:

  • parkeergarages die zeker vorstvrij dienen te zijn, plannen we op een ondergronds niveau, profiterend van de bodemwarmte;
  • loodsen zonder temperatuurs-eisen groeperen we in één zone, net als de werkplaatsen en ateliers waar de eis 16° is, net als de kantoren waar de eis 20°C is.

Energieopwekking doen we geothermisch via een stelsel van gesloten lussen (BEO-veld), gesitueerd onder het binnenplein van de brandweer; Om de thermische balans in evenwicht te houden (er moet evenveel warmte als koelte uit de grond gehaald worden), zal het nodig blijken extra warmte op te pompen in de winter: deze extra warmte wordt verdeeld over de dakparking om te dienen als wegdekverwarming; er dient dus geen sneeuw geruimd te worden, noch gestrooid.

Het ontwerp leidde tot een BEN-gebouw, met een BREEAM- excellent-score.

Program

Offices and workspaces for firefighters and executive services

Location

Mechelen, Belgium

Client

Brandweer & Stad Mechelen

Phase

DBFM Competition – not selected – 2016